Volkstuinieren in Charlois
Volkstuinieren in Charlois
Het sterke punt van de Charlois is dat de wijk beschikt over veel groen. Groene ruimte is schaars in stedelijke omgevingen. De meeste volkstuintjes op Rotterdam Zuid zijn gelegen in Charlois (circa 1.150 tuintjes). Het recreatief tuinieren heeft in Charlois een voor stad en regio unieke vorm gekregen in het Zuiderpark. De tuinparken maken hier onderdeel uit van een groot parklandschap. Ook liggen de complexen op een kleine loopafstand van de woonwijken, waardoor het gebruik van een tuin in het groen nabij de drukke stedelijke woning mogelijk is.
Het recreatief tuinieren op de volkstuinen is voor de bewoners van Rotterdam Zuid en in het bijzonder voor de Charloise bevolking een belangrijke vorm van vrijetijdsbesteding. Een volkstuintje, dat hoort erbij op Zuid! Onze leden tuinieren met veel plezier. Bovendien kunnen ook anderen genieten van de tuintjes, omdat onze vereniging tijdens het tuinseizoen van zonsopgang tot zonsondergang vrij toegankelijk is.
Het ontstaan van andere vormen van recreëren en het verhuizen naar een betere woning buiten Rotterdam Zuid hebben er toe geleid dat de directe binding met de naastgelegen woonwijk op sommige tuinparken is afgenomen. Hoewel nog kleinschalig van opzet, is ook de vraag naar parkeren en autobereikbaarheid toegenomen ten opzichte van de eerste aanleg in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De toegenomen vrije tijd en een veranderend recreatiegedrag sinds de jaren van de wederopbouw hebben ertoe geleid dat de huisjes op de tuinen meer en meer gebruikt worden als een vakantiehuisje in de stad, ook voor overnachten. De meeste tuinparken zijn daar met de aanleg van riolering en verlichting en grotere huisjes ook steeds beter voor uitgerust. Dit niveau wordt vandaag de dag door velen als de norm beschouwd.
Tegelijkertijd zijn vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw door het toegenomen autobezit en door de toegenomen vrije tijd de complexen met vakantiehuisjes en de campings met vaste stacaravan in het buitengebied ontstaan. Veel Rotterdammers rijden in hun vrije tijd naar Brabant en Zeeland. De tarieven voor een plek voor een stacaravan zijn echter het vier- of vijfvoudige van die voor de volkstuin in de stad. Maar er zijn veel overeenkomsten in het gebruik: het tuintje, de gezelligheid en de activiteiten in de kantine. Veel verenigingen kennen nog een kern van oude, trouwe leden die ooit, na lang op een wachtlijst gestaan te hebben, lid zijn geworden. Ze hebben een wooncarrière gemaakt op Zuid of zijn verhuisd naar de omliggende gemeenten op het eiland IJsselmonde. Ze zijn wel de tuin en de vereniging trouw gebleven. Maar door het verhuizen is de binding met Charlois en met sociale netwerken in de buurten en scholen voor een deel verdwenen.
De druk in de stad op de schaarse gronden voor woningbouw, infrastructuur en de vernieuwing van onder andere het Zuiderpark heeft er toe geleid dat de ruimte voor volkstuinen (en vooral voor moestuinen) geleidelijk aan minder is geworden. Daarnaast kregen volkstuinen in de jaren tachtig van vorige eeuw een slechte naam vanwege achterstallig onderhoud, wanbeleid en leegstand. Dat heeft geleid tot een gestage afname van het aantal tuintjes. In Rotterdam waren er in 2005 in totaal nog 43 complexen met 5.043 verblijfstuinen (8,5 volkstuintjes per 1.000 inwoners). In 2016 waren dat slechts 36 complexen met in totaal 4.451 verblijfstuinen (6,8 volkstuintjes per 1.000 inwoners). Hoewel volkstuintjes uitstekend passen binnen de perspectieven van de omgevingsvisie van de gemeente, worden verscheidene complexen bedreigd door de Strategische Verkenning Verstedelijking. Vooral in de zone rond de A16 (de zogenaamde oostflank) en in de omgeving van de Van Nelle Fabriek moeten volkstuintjes en sportterreinen verdwijnen ten behoeve van de woningbouwopgave waar Rotterdam voor staat.
Onze vereniging lijkt vooralsnog de dans (weer) te ontspringen, maar in onze directe omgeving wordt driftig gepland en gebouwd.
De animo voor volkstuinen (verblijfstuinen) is de afgelopen jaren weer aangetrokken. En in deze tijden van crisis is de vraag naar tuintjes nauwelijks bij te benen. Steeds meer jonge gezinnen die in de stad wonen zien de voordelen van een volkstuin. Zoals ook Charlois in de vaart der volkeren hip wordt, zo wordt ook volkstuinieren dat weer. Naast de vraag naar volkstuintjes ontstaan steeds meer stadsinitiatieven die op een andere manier inspelen op de behoefte naar stadslandbouw. De grote steden claimen tegenwoordig 'de groenste' en 'de duurzaamste' te zijn, ook Rotterdam. Er is dus hoop voor de tuinparken! De tuin is in de veranderende stedelijke samenleving een spil in familie- en vriendennetwerken. Door hier een goede invulling aan te geven gaat onze vereniging een zekere toekomst tegemoet.
De tuinparken van het Zuiderpark
Charlois telt 11 verenigingen met in totaal circa 1.150 volkstuinen, 8 verenigingen liggen in het Zuiderpark.
- De Zandweg - Kromme Zandweg 66a - 134 tuinen
- De Zuiderhof - Zuiderparkweg 100 - 150 tuinen
- De Beukhoeve - Slinge 17 - 235 tuinen
- Phoenix - Keyenburg 1 - 94 tuinen
- Zonnehof - Keyenburg 4 - 97 tuinen
- Maasglorie - Keyenburg 8 - 74 tuinen
- Oldegaarde - Oldegaarde 951 - 55 tuinen
- Reyerwaard - Kromme Zandweg 8 - 37
Tuinpark Pomona ligt zuidelijk van Pendrecht, achter het havenspoorpad en telt 104 tuinen. Aan de Schulpweg ligt zuidelijk van de Wielewaal het gelijknamige tuinpark met 128 tuinen. En ten slotte is er nog een tuinpark op Heijplaat met 46 tuinen.
De verenigingen hebben allemaal een eigen verenigingsgebouw. De verenigingen zijn zelf verantwoordelijk voor de eigen voorzieningen op het terrein, zoals het verenigingsgebouw. De meeste verenigingsgebouwen liggen er in goede staat bij. Het gebouw van de vereniging Oldegaarde is afgekeurd voor gebruik. Het gebouw van de vereniging Heijplaat is beperkt bruikbaar. De vereniging De Beukhoeve wil graag een aanbouw aan het verenigingsgebouw realiseren.
Het aantal tuintjes (en dus het aantal leden) varieert per vereniging van 37 tuintjes bij de vereniging Reyerwaard tot 235 tuintjes bij vereniging De Beukhoeve. Een landelijke norm voor een vereniging is tussen de 80 en 100 leden. De verenigingen hebben gemiddeld 103 tuinen per vereniging. De Beukhoeve is dus een heel grote vereniging. Drie verenigingen zijn als middelgroot te beschouwen, namelijk De Zuiderhof, De Zandweg en Wielewaal. Drie verenigingen zijn gemiddeld qua grootte, namelijk Phoenix, Zonnehof, Pomona. Ten slotte zijn er drie kleine verenigingen, namelijk Reyerwaard, Oldegaarde en Maasglorie. De vereniging Heijplaat heeft alleen nutstuinen.
De samenstelling van de leden van de verenigingen
Uit gesprekken met de verenigingen in mei 2007 bleek dat de samenstelling van de leden de afgelopen jaren behoorlijk is veranderd.
Veel tuinders behoren tot de groep ouderen. Uit de Volkstuinmonitor 2003 blijkt dat 32% van de leden van de Rotterdamse volkstuinverenigingen ouder dan 65 jaar is en dat 74% ouder dan 45 jaar is. Voor een behoorlijke groep ouderen wordt het onderhoud van de tuin steeds zwaarder. Regelmatig moeten ouderen daarom hun hobby opgeven. Soms houden zij nog enige tijd hun tuintje aan, omdat in de praktijk blijkt dat hun huisje moeilijk te verkopen is.
Sommige complexen trekken ook jongere tuinders, bijvoorbeeld gezinnen met kinderen. Een speelplek op het complex trekt gezinnen aan. De meeste startende tuinders zijn overigens van middelbare leeftijd.
Het aantal leden uit een ander land van herkomst neemt toe. Zo zijn steeds meer tuinders afkomstig uit Turkije of uit de Antillen of uit Zuid-Europese en Oost-Europese landen.
Op basis van de ledenlijsten van de Charloise verenigingen (peildatum 27 augustus 2007) is een overzicht gemaakt van de woonplaats van de leden. Het aandeel Rotterdammers op de volkstuinen in Charlois bedraagt 88%. Niet-Rotterdammers komen voornamelijk uit de randgemeenten zoals Vlaardingen, Barendrecht en Ridderkerk.
Het grootste deel van de leden van de volkstuinverenigingen in Charlois woont op Zuid (iets minder dan 80%). Van de leden uit Rotterdam-Zuid is het aandeel uit Charlois en het aandeel van de rest van Zuid ongeveer even groot: 42% tegen 37%. Hieruit blijkt dat de volkstuinverenigingen een voorziening voor heel Rotterdam-Zuid zijn te noemen.
Gegevens over de tuinen
De oppervlakte van de tuinen verschilt. Vroeger waren veel tuinen rond de 250m². Later zijn er grotere tuinen bij gekomen. Nu zijn er ook een behoorlijk aantal grotere tuinen, die kunnen oplopen tot 400m². De meeste complexen beschikken over voorzieningen als elektra, water en riolering. Op enkele complexen ontbreekt elektra op de tuintjes en/of verlichting op de paden.
De leegstand bedroeg in mei 2016 7 procent. Leegstand is overigens een moeilijk begrip. In het voorjaar is de belangstelling voor het kopen van een tuintje het grootst. In enkele weken worden er dan veel tuinen verkocht.
De belangstelling voor een volkstuin trekt weer aan. Wel zijn er oudere leden die de komende jaren waarschijnlijk stoppen met tuinieren omdat het onderhoud niet meer op te brengen valt. Regelmatig doen belangstellenden voor een volkstuin een impulsaankoop. Zij realiseren zich niet hoeveel werk er bij komt kijken om een volkstuin te onderhouden. Na korte tijd haken ze dan af. Soms blijkt het lastig te zijn om tuinders die niet betalen en ook (bijna) nooit aanwezig zijn op hun tuin op juridisch zorgvuldige wijze van de tuin af te krijgen.
De prijzen van tuinen variëren van geheel gratis voor een verwaarloosde tuin zonder huisje of met een vervallen huisje tot € 15.000 voor een tuin met een zeer luxe huisje. Meestal liggen de prijzen tussen de € 700 en de € 7.500. De prijzen zijn lager dan vroeger het geval was. Voor het vaststellen van de vraagprijs is het bijvoorbeeld van belang of een huisje van hout of van steen is, of de tuin in goede staat verkeert en of er veel losse zaken overgenomen kunnen worden zoals planten en gereedschappen.
Op de verblijfstuinen is overnachten toegestaan in het seizoen (van 1 april tot 1 oktober). In de winter is overnachten niet toegestaan.
Uit gesprekken met de verenigingen blijkt dat de jaarlijkse kosten van een tuin voor een lid enigszins verschillen per vereniging. Over het algemeen komen de kosten rond de € 800 per jaar uit.
De verenigingen hebben inkomsten uit de contributies van de leden van de vereniging. Daarnaast levert ook de verkoop van consumpties in het verenigingsgebouw, de verkoop in de winkel en de inkomsten uit activiteiten geld op. Grotere verenigingen hebben meer financiële mogelijkheden dan de kleine verenigingen.
Regelgeving
De wettelijke bepalingen op het gebied van milieu en veiligheid zijn ook op de volkstuinen van toepassing. De verenigingen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de bepalingen. Het toezicht op veiligheid en milieu wordt vooral door de bestuurders van de complexen zelf verricht.
De besturen hebben wisselende ervaringen met de handhaving. Soms komen (vooral nieuwe) leden de regels niet na. Het blijkt juridisch niet altijd gemakkelijk om handhaving af te dwingen. Het toezicht in de zin van handhaving van wet en regelgeving is bij volkstuinen hetzelfde als bij andere voorzieningen. Alle vergunningen en bijbehorende handhavingsprocedures zijn van kracht: horecavergunning, bouwvergunning, kapvergunning, milieueisen ten aanzien mest en gifstoffen, enzovoort.